Spijsvertering

Spijsvertering:
De spijsvertering betekent letterlijk: het verteren van spijzen.

Wat is de functie van je spijsvertering?

In je spijsverteringskanaal, wordt voedsel afgebroken tot losse voedingsstoffen. Die losse voedingsstoffen kunnen dan worden opgenomen en gebruikt door ons lichaam.

Onze voeding bestaat uit verschillende soorten voedingsstoffen, koolhydraten en vetten zijn voedingsstoffen die ons energie geven, zorgen voor aanmaak van hormonen en opname van bepaalde vitamines.

Daarnaast heb je nog bouwstoffen voor ons lichaam, dit zijn de aminozuren en eiwitten. De vitamines en mineralen zijn natuurlijk ook erg belangrijk voor een goede gezondheid.

Als laatste hebben we ook nog vezels, die zijn erg belangrijk voor een goede darmflora.

Welke organen zijn betrokken bij de spijsvertering?

Om ons eten af te breken heeft ons lichaam een erg ingewikkeld spijsverteringsstelsel. Dit is een stelsel waarin allerlei organen samenwerken om het gegeten voedsel te verteren. De organen die betrokken zijn bij de spijsvertering zijn:

• De mond
• De slokdarm
• De maag
• De twaalfvingerige darm
• De dunne darm
• De dikke darm
• De anus

Naast deze organen zijn er ook nog andere organen gekoppeld aan het spijsverteringsstelsel en de opname van voedingsstoffen. De alvleesklier, de galblaas en de lever zijn hier voorbeelden van.

De spijsvertering is de motor van jouw lijf

Afhankelijk van wat we gegeten hebben duurt de hele spijsvertering 24 tot 48 uur. De spijsvertering is erg belangrijk, want het is eigenlijk de motor van je lijf. Alles wat je eet en in je mond stopt wordt gebruikt om je lijf te onderhouden.

Het is daarom ook belangrijk om je te realiseren dat je bent wat je eet. Jij geeft jouw lichaam voeding, maar wat voor voeding bepaal jij zelf. De voedingsstoffen die jouw lijf uit de gegeten voeding haalt, worden gebruikt voor allerlei activiteiten. Denk aan de groei van haar en nagels, maar ook het repareren van wondjes en korstjes.

Hoe werkt de spijsvertering?

De spijsvertering begint al bij de mond, hier kauw je op je eten, waardoor er meer speeksel wordt aangemaakt. In speeksel zitten verschillende enzymen, die helpen bij het afbreken van koolhydraten. Het is erg belangrijk om goed te kauwen, zo maal je het voedsel fijn, maar wordt het ook goed vermalen met speeksel en enzymen, wat de spijsvertering ten goede komt.

Wanneer je het voedsel doorslikt, komt het via de slokdarm in de maag terecht. Het voedsel blijft ongeveer twee uur in de maag en hier worden er maagsappen toegevoegd aan de voeding. De maag is een krachtige spier de de fijn gekauwde voeding mengt met de maagsappen en kneed de voeding fijn. Maagsappen hebben een belangrijke functie, zij doden namelijk eventuele binnengekomen bacteriën en andere indringers of schadelijke stoffen. Maagsap is erg zuur en kan je slokdarm of mond aan de binnenkant beschadigen, daarom zit er in de maag een slijmvlies de de maag tegen de maagsappen beschermt.

Na de maag komt de voedselbrei terecht in de twalfvingerige darm en hier begint de afbraak van voedingsstoffen pas echt. In de lever wordt het vet uit je eten afgebroken, hierbij komt gal vrij. Die gal wordt opgeslagen in de galblaas, die is verbonden met de twaalfvingerige darm.

De twaalfvingerige darm is onderdeel van de dunne darm, de dunne darm zit verbonden met de galblaas en de alvleesklier. Ook de alvleesklier heeft een belangrijke functie bij de spijsvertering, het produceert namelijk een soort vocht wat zure massa uit de maag neutraliseert. Daarnaast zitten er enzymen in die de koolhydraten, vetten en eiwitten kan opsplitsen in nog kleinere deeltjes.

De dunne darm ziet er aan de binnenkant erg kronkelig en gekreukt uit, dit heeft een functie. Door de kronkels en kreukels, heeft de dunne darm een groter oppervlakte. Hoe groter het oppervlakte is, hoe meer voedingsstoffen er via de darmwand kunnen worden opgenomen. Voedingsstoffen die niet kunnen worden opgenomen of niet bruikbaar zijn, gaan samen met het vocht en andere afvalstoffen door naar de dikke darm.

In de dikke darm wordt het vocht en zout uit de resten gehaald en dit wordt weer opgenomen in het bloed. Wat er nu dus overblijft zijn onbruikbare delen en afvalstoffen, dit vormt samen de ontlasting. De ontlasting verlaat het lichaam via de endeldarm (laatste deel van de darm) en uiteindelijk de anus.

Terug naar de kennisbank