Spierweefsel: Spierweefsel is erg elastisch, hierdoor kan het samentrekken en weer ontspannen, waardoor je kunt bewegen. In het menselijk lichaam zitten verschillende soorten spieren, die allemaal een andere functie hebben.
Doordat je spieren hebt kun je bewegen, maar je hersenen sturen je spieren aan. De hersenen geven namelijk een signaal af aan de zenuwen en dat signaal komt bij de spieren aan waardoor je kunt bewegen. Spierweefsel is erg elastisch, hierdoor kan het samentrekken en weer ontspannen, waardoor je kunt bewegen. In het menselijk lichaam zitten verschillende soorten spieren, die allemaal een andere functie hebben.
Er zijn drie verschillende soorten spieren in het menselijk lichaam, als eerste hebben we de skeletspieren, deze spieren zitten met pezen aan de botten vast.
Daarnaast heb je de gladde spieren, deze spieren zitten in je lijf en zorgen ervoor dat holle organen kunnen worden bestuurd. Gladde spieren zorgen dus onder andere voor het bewegen van je maag, afsluiting van organen en het vervoeren van bloed in aders. Deze spieren zijn voornamelijk verantwoordelijk voor holle organen en weefsels en deze spieren blijven dan ook in je slaap actief, dit gaat automatisch en krijg je dus niks van mee.
Als laatste heb je ook nog het hartspierweefsel, deze spier komt alleen voor in je hart. De verschillende soorten spieren hebben ook een verschillende werking, maar hebben natuurlijk ook overeenkomsten. Het voornaamste verschil zit hem in de aansturing van de spieren. Skeletspieren kun je namelijk bewust aansturen, dit gaat via de hersenen en de zenuwen. Dit in tegenstelling tot de hartspier en de gladde spieren, deze worden door je lijf zelf aangestuurd en gaat onbewust.
Skeletspieren oftwel de dwarsgestreepte spieren zijn opgebouwd uit verschillende spierbundels. Die spierbundels bestaan weer uit spiervezels, bloedvaten en celkernen. De spiervezels worden in bundels bij elkaar gehouden door bindweefsel. In de spiervezels zitten eiwitstructuren die recht langs elkaar liggen en die ze myofibrillen noemen. Die myofibrillen bestaan weer uit actine (licht van kleur) en myosine (donker van kleur), dit zijn eiwitdraden. De dwarstgestreepte spieren danken hun naam aan deze opbouw, wanneer je myofibrillen onder de microscoop zou bekijken, dan zie je het typerende dwarsgestreepte bandenparoon. Dit zijn de myosine en actine die keurig langs elkaar liggen.
Als je een spier wilt bewegen sturen jouw hersenen een seintje die via de zenuwen en je ruggenmerg aankomen bij de spiervezels. Daar beginnen de actine en myosine over elkaar heen te schuiven. Uiteindelijk binden ze zich aan elkaar en maken ze samen roeiende bewegingen, waardoor uiteindelijk de myosine de actine naar zich toe kan trekken en spiervezel gaat samentrekken.
Omdat dit op veel plaatsen in de spier gebeurt, trekt de spier uiteindelijk samen. Hoe meer spiervezels er samentrekken hoe meer kracht er vrij komt en hoe korter en dikker de spier wordt. Het kost energie om de actine en myosine te laten binden en te bewegen, deze benodigde energie wordt als eerst vrijgemaakt door ATP af te breken tot ADP en ADP tot een los molecuul (P).
Heb je een vraag over spierweefsel? Of ben je opzoek naar een op maat gemaakt trainingsschema? Twijfel niet en plaats je reactie hieronder of stel je vraag via het contactformulier